Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • careers counsellor = decaan
  • rate = cijfer
  • qualification = bevoegdheid
  • psychology = psychologie
  • be true for = gezegd kunnen worden van
  • move up = carrière maken
  • profession = beroep
  • knock = klop
  • apart = uit elkaar
  • chill out = relaxen
  • explosion = explosie
  • drift = ronddwalen
  • be aware = zich bewust zijn van
  • lose heart = opgeven
  • reviewer = recensent
  • in demand = veelgevraagd
  • along the way = al doende
  • assessment = beoordeling
  • definite = vaststaande
  • entrepreneur = ondernemer
  • lined up = klaarstaan
  • well-off = rijk
  • scrimping = extreem zuinig doen
  • heading for = onderweg zijn naar
  • accidental = toevallig
  • optimism = optimisme
  • acoustic = akoestisch
  • run = leiden
  • potential = talent
  • come up = zich voordoen
  • sign = contracteren
  • in the long term = op lange termijn
  • social sciences = sociale wetenschappen
  • faced with = geconfronteerd met
  • degree = universitaire graad
  • graduation = diploma-uitreiking
  • I bet = Ik durf te wedden dat …
  • handful of = handjevol
  • breakthrough = doorbraak
  • mechanic = monteur
  • get in the way = in de weg komen te staan
  • alternative = andere mogelijkheid
  • certificate = certificaat
  • enable = mogelijk maken
  • pursue = nastreven
  • hope = hoopvolle verwachting
  • figure out = uitzoeken
  • once in a while = eens in de zoveel tijd
  • educational institute = onderwijsinstelling
  • technology = technologie
  • innovation = vernieuwing
  • branch = sector
  • variety = afwisseling
  • roommate = huisgenoot
  • you name it = noem maar op
  • identify = vaststellen
  • expectation = verwachting
  • appropriate = geschikt
  • tense = werkwoordtijd
  • accommodation = woonruimte
  • remote = afgelegen
  • peace = rust
  • rowing = roeisport
  • target at = zich richten op
  • state-of-the-art = modernste
  • equipment = toestellen
  • slide = glijbaan
  • enthusiastic = enthousiast
  • legal = juridisch
  • guardian = voogd
  • court = gerechtshof
  • be subjected to = onderworpen zijn aan
  • face trial = rechtzaak tegemoet treden
  • customs = douane
  • regard = beschouwen
  • welfare = welzijn
  • grant = toekennen
  • drag = meesleuren