DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
2e editie
All right2-4gt
AllRight2-4gt-H3-EN ->
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
display
=
beeldscherm
operating system
=
besturingssysteem
require
=
nodig hebben
built-in
=
ingebouwd
slot
=
gleuf
childhood
=
kindertijd
adolescence
=
puberteit
mood swing
=
stemmingswisseling
beverage
=
drankje
nerve
=
zenuw
graph
=
grafiek
measurement
=
meting
hook up
=
vastmaken
conduct
=
geleiden
state of mind
=
gemoedstoestand
nevertheless
=
niettemin
multiple
=
divers
pattern
=
patroon
heat gun
=
lijmpistool
grid
=
rooster
cloth
=
doekje
get rid of
=
zich ontdoen van
fingerprint
=
vingerafdruk
properly
=
op de juiste manier
body language
=
lichaamstaal
cross arms
=
armen over elkaar doen
subtle
=
subtiel
gesture
=
gebaar
shift
=
verandering
indicate
=
aangeven
written language
=
schrijftaal
mixed
=
tegenstrijdig
yet
=
echter
get the sense of
=
het gevoel krijgen
stutter
=
stotteren
differ
=
verschillen
pick up on
=
opvangen
express
=
uitdrukken
consequently
=
dus
force
=
dwingen
bore
=
saaie boel
of no interest
=
van geen belang
nervousness
=
nervositeit
fidget with
=
spelen met
outsider
=
buitenstaander
pronounce
=
uitspreken
stress
=
beklemtonen
sociable
=
gezellig
make a point of
=
staan op
catch up with
=
bijkletsen met
therefore
=
daarom
interact
=
iets samen doen
efficiency
=
doelmatigheid
linger
=
rondhangen
dine
=
dineren
on the other hand
=
anderzijds
What's the deal?
=
Hoe zit dat?
diversity
=
verscheidenheid
native
=
autochtone
coconut
=
kokosnoot
seed
=
pit
stem
=
steel
scrape
=
schrapen
puree
=
pureren
pour
=
gieten
cinnamon
=
kaneel
handle
=
hendel
jar
=
beker
blade
=
mes
progress
=
vooruitgang
value
=
waar voor z'n geld
provenance
=
herkomst
resolve
=
besluit
chores
=
huishoudelijke klusjes
turnover
=
winst
sufficiently
=
voldoende
source
=
bron
strap
=
bandje