Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • add = toevoegen
  • arrow = pijl
  • bully = pestkop
  • button = knop
  • canteen = kantine
  • copy = kopiëren
  • dare = durven
  • dress = aankleden
  • get = halen
  • lift = optillen
  • lonely = eenzaam
  • mean = gemeen
  • page = bladzijde
  • paper = papier
  • select = kiezen
  • survive = overleven
  • switch on = aanzetten
  • afford = zich veroorloven
  • behind = achter
  • brake = rem
  • camp = kamperen
  • edge = rand
  • flag = vlag
  • hazard / risk = risico
  • helmet = helm
  • lose = verliezen
  • point = wijzen
  • safety = veiligheid
  • save = redden / opslaan
  • smoke = rook
  • such as = zoals
  • tie = vastbinden
  • tire = band
  • watch for = letten op
  • apply = zich aanmelden
  • block = blok
  • brave = moedig
  • step = stap