DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
2e editie
All right2-3h
AllRight2-3h-H4-EN ->
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
arise
=
zich voordoen
assured
=
verzekerd
ATM
=
geldautomaat
charge a fee
=
kosten in rekening brengen
deposit money
=
geld storten
direct debit
=
automatische afschrijving
expenses
=
uitgaven
high street
=
winkelstraat
incentive
=
stimulans
interest rate
=
rente
jump-start
=
vliegende start geven
manage
=
beheren
overdraft facility
=
kredietlimiet
parental permission
=
ouderlijke toestemming
peace of mind
=
gemoedsrust
safety net
=
buffer
shop around
=
zich oriënteren
struggle financially
=
in financiële moeilijkheden zitten
withdrawal fee
=
opnamekosten
accessible
=
toegankelijk
accompany
=
begeleiden
attendance
=
aanwezigheid
charges
=
kosten
concessions
=
korting
deny
=
weigeren
designated area
=
speciaal aangewezen plek
guardian
=
voogd
indication
=
aanwijzing
licensed area
=
plek waar alcohol verkocht mag worden
merchandise
=
koopwaar
merchant
=
handelaar
policy
=
beleid
purchase
=
kopen
ship goods
=
goederen verzenden
shipping fees
=
verzendkosten
specify
=
aangeven
terms and conditions
=
voorwaarden
the fine print
=
de kleine lettertjes
tricky
=
lastig
vendor
=
verkoper
bake sale
=
verkoop van eigen baksels
door to door
=
huis aan huis
fundraising
=
geldinzameling
talent show
=
talentenjacht
condition
=
staat
delivery charges
=
bezorgkosten
joy
=
plezier
be on the lookout for
=
op zoek zijn naar
build your fortune
=
een vermogen opbouwen
buy on impulse
=
impulsief kopen
compound interest
=
rente op rente
credit rating
=
kredietwaardigheid
desperation
=
wanhoop
favourable
=
gunstig
foundation
=
basis
get out of hand
=
uit de hand lopen
good value
=
zijn geld waard
live beyond your means
=
meer uitgeven dan je je kunt veroorloven
obvious
=
overduidelijk
odds
=
kansen
pad
=
blocnote
previously
=
eerder
stationery
=
kantoorartikelen
surplus
=
overschot