DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
2e editie
All right2-2v
AllRight2-2v-H7-NE
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
addict
=
verslaafde
addiction
=
verslaving
announcement
=
bericht / aankondiging
army
=
leger
attempt
=
poging
audience
=
publiek
burn down - burnt down / burned down - burnt down / burned down
=
afbranden
burst into tears
=
in tranen uitbarsten
cab
=
taxi
career
=
loopbaan / carrière
childhood
=
jeugd / kindertijd
choose - chose - chosen
=
kiezen
crowd
=
mensenmassa
current
=
huidig / tegenwoordig
death
=
dood
describe
=
beschrijven
deserve
=
verdienen
desire
=
verlangen
desperate
=
wanhopig
dumb
=
stom
enjoyable
=
plezierig / prettig
entrance
=
toegang / ingang
escape
=
ontsnappen
excitement
=
opwinding
force
=
dwingen
get rid of
=
vanaf komen
happen to be here
=
toevallig hier zijn
hear - heard - heard
=
horen
hide - hid - hidden
=
verstoppen
ignore
=
negeren
image
=
beeld
include
=
bevatten / inbegrijpen in
innocent
=
onschuldig
jealous
=
jaloers
main course
=
hoofdgerecht
Mediterranean / Mediterranean Sea
=
Middellandse Zee
midnight
=
middernacht
noise
=
hinderlijk geluid / geluid
on vacation
=
op vakantie
order
=
bestellen
postcard
=
ansichtkaart
pressure
=
druk
reception desk
=
receptie / ontvangstbalie
revenge
=
wraak
search
=
doorzoeken / zoeken
selfish
=
zelfzuchtig
send - sent - sent
=
sturen / verzenden
separate
=
apart
smile
=
glimlachen
sound
=
geluid
square kilometre
=
vierkante kilometer
stay out of trouble
=
uit de problemen blijven
switch off
=
uitzetten / uitschakelen
take place
=
plaatsvinden
thirst for / thirst
=
dorst / verlangen naar
tourist information office
=
VVV kantoor
trade
=
handel
wave
=
zwaaien
whatever
=
wat / welke dan ook
whole
=
heel / volledig
win - won - won
=
winnen
worried
=
ongerust / bezorgd