Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • a bunch of / a bunch of friends = een groep / een groep vrienden
  • a couple of = een aantal
  • allowance = zakgeld
  • announce = aankondigen
  • battle = strijd
  • boots = laarzen / hoge schoenen
  • brand name = merknaam
  • celebrity = beroemdheid
  • comfortable = gemakkelijk (kleding) / gemakkelijk
  • compare = vergelijken
  • connection = connectie / verband
  • construct = bouwen / opbouwen / maken
  • convenience = gemak
  • customer = klant
  • discount = korting
  • dress = kleden
  • education = onderwijs
  • environment = milieu
  • eventually = uiteindelijk
  • exciting = spannend
  • gadget = apparaatje / nieuw snufje
  • hold - held - held = houden
  • involve = inhouden / betekenen
  • leather = leer (materiaal) / leer
  • linen = linnen
  • mosque = moskee
  • New Year's Eve = Oudejaarsavond
  • plastic = kunststof
  • portable = draagbaar
  • profit = winst
  • raincoat = regenjas
  • refer to = verwijzen naar
  • sale = uitverkoop
  • satisfied = tevreden
  • second-hand = tweedehands
  • secret = geheim
  • shopping centre / shopping mall = winkelcentrum
  • silk = zijde
  • sleeve = mouw
  • steal - stole - stolen = stelen
  • stockings = kousen
  • store = opslaan / bewaren
  • suit = goed staan / staan
  • suitcase = koffer
  • try on = passen
  • umbrella = paraplu
  • unpack = uitpakken
  • various = verschillende
  • version = versie
  • vote = stemmen
  • waist = middel / taille
  • wear - wore - worn = dragen