Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • achieve your goal = je doel bereiken
  • appear = verschijnen
  • approximately = ongeveer
  • arrival = aankomst
  • available = verkrijgbaar
  • become - became - become = worden
  • belongings = eigendommen / bezittingen
  • board = bord / plaat / plank
  • celebrate = vieren
  • challenge = uitdagen
  • chilly = fris (van het weer) / fris
  • coloured = gekleurd
  • community = gemeenschap
  • complain = klagen
  • confuse = verwarren
  • contest = wedstrijd
  • cotton = katoen
  • creation = scheppin / creatie
  • decorate = versieren
  • deed = daad
  • directions = routebeschrijving
  • exception = uitzondering
  • foreign language = vreemde taal
  • funeral = begrafenis
  • get in shape = in goede conditie komen
  • hero - heroes = held - helden
  • hollow = hol
  • hostel = jeugdherberg
  • improve = verbeteren
  • incredible = ongelofelijk
  • join = zich voegen bij
  • lamb = lamsvlees
  • live = rechtstreeks (uitzending) / rechtstreeks
  • loose = los
  • map = plattegrond
  • neighbourhood = buurt
  • nowadays = tegenwoordig
  • packet = pakje
  • payment = betaling
  • regularly = regelmatig
  • respect = respecteren
  • roots = wortels
  • schedule = programma
  • share the costs = kosten delen
  • spend time = tijd doorbrengen
  • stick = stok
  • stuff = spul
  • tasty = lekker / smakelijk
  • think - thought - thought = denken
  • towards = naar / in de richting van
  • twig = twijg
  • yearly = jaarlijks