Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • as well = net zo goed
  • assignment = opdracht
  • bombing = bombardement
  • buzz = kick
  • cheese grater = rasp
  • coincidence = toeval
  • command = bevel / instructie / commando
  • concerned = bezorgd
  • convert = verbouwen / veranderen
  • cope with = iets aankunnen
  • diverse = divers / gevarieerd
  • do up = opknappen
  • estate agent = makelaar
  • feat = prestatie / knappe prestatie
  • flat fee = een vaste bijdrage
  • gain = verkrijgen / verwerven
  • gherkin / pickle = augurk
  • impact = invloed / effect
  • landmark = historisch monument
  • leisure facility = ontspanningscentrum
  • mainland = vasteland / vasteland van
  • mass-produce = in grote aantallen produceren
  • mature = volwassen / rijp
  • nickname = bijnaam
  • obviously = blijkbaar
  • on the fly = spontaan / zonder nadenken
  • parchment = perkament
  • performer = artiest die optreedt
  • phone box = telefooncel
  • pilot's license (AmE) / pilot's license = vliegbrevet
  • plague = pest
  • radio set = radiotoestel
  • reconsider = heroverwegen
  • redevelop = opnieuw ontwikkelen
  • reinvent = opnieuw uitvinden
  • resources = middelen
  • run-down = vervallen
  • scheme = plan
  • settle = zich vestigen
  • shard = scherf
  • single-handed = in je eentje
  • supply = zorgen voor
  • swing = schommel
  • unlimited access = onbeperkt toegang
  • urban renewal project = stadsvernieuwingsproject
  • wheel = reuzenrad / rad
  • worthwhile = de moeite waard
  • year nine = derde klas middelbare school