Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • arrive = aankomen
  • carry = dragen
  • container = flesje / potje
  • customs = douane
  • imagine = zich voorstellen
  • impossible = onmogelijk
  • invite = uitnodigen
  • decide = beslissen
  • journey = reis
  • knife = mes
  • liquid = vloeistof
  • look after = zorgen voor
  • luggage / baggage = bagage
  • next = volgende
  • next to = naast
  • on time = op tijd
  • pair of scissors = schaar
  • suitcase = koffer
  • terminal = vertrekhal
  • security = beveiliging
  • announcement = bericht / aankondiging
  • billion = miljard
  • board = instappen
  • cancel = annuleren / afzeggen
  • challenge = uitdaging
  • check-in desk = incheckbalie
  • closed = dicht / gesloten
  • engine = motor
  • enter = binnengaan
  • ghost = geest / spook
  • legend = legende
  • passenger = passagier
  • platform = perron
  • railway = spoorweg
  • share = delen
  • space = ruimte
  • staff = personeel
  • Underground / Tube = ondergrondse / metro
  • blush = blozen
  • happen = gebeuren
  • horrible / terrible = verschrikkelijk
  • huge = heel groot / enorm
  • interest = interesse / hobby
  • lose = verliezen / kwijtraken
  • move = verhuizen
  • nightmare = nachtmerrie
  • remember = onthouden
  • shout = schreeuwen / hard roepen
  • test = toets / proefwerk
  • theme park = themapark / pretpark
  • try = proberen
  • dinner = avondeten
  • sure = zeker
  • tonight = vanavond
  • top = truitje
  • usually = gewoon / gewoonlijk