DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-4gt
AllRight1-4gt-H1-EN ->
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
comprehensive school
=
scholengemeenschap
deputy head
=
conrector
scheme
=
programma
award
=
prijs / onderscheiding
overweight / obese
=
met overgewicht / overgewicht / te zwaar
low self-esteem
=
minderwaardigheidsgevoel / weinig zelfvertrouwen
lack of confidence
=
gebrek aan zelfvertrouwen
bar
=
reep
ban
=
verbieden
fizzy
=
met prik / bruisend
population
=
bevolking / bevolkingsgroep
lead a charge
=
een aanval leiden
purchase
=
kopen
organic
=
biologisch
related
=
houden verband met / verband houden met / gerelateerd aan
ageing process
=
proces van ouder worden / verouderingsproces
twins
=
tweeling
condition
=
aandoening / kwaal
benefit
=
voordeel
development
=
ontwikkeling
self-defence
=
zelfverdediging
require
=
vereisen / nodig hebben / hebben nodig
contribute to
=
een bijdrage leveren aan / bijdrage leveren aan
contain
=
bevatten
reduce
=
verminderen
one-off
=
eenmalig / eenmalige
apply
=
van toepassing zijn / zijn van toepassing
fee
=
inschrijfgeld / vergoeding / contributie
chubby
=
mollig / gezet
suffer from
=
lijden aan
ravenous
=
uitgehongerd
to blame
=
de schuld zijn
familial tendency
=
iets wat in de familie zit / iets dat in de familie zit / aangeboren neiging tot
obviously
=
vanzelfsprekend / zeker / zonder twijfel
tackle
=
aanpakken / pakken aan
at the end of the day
=
uiteindelijk
succeed
=
slagen
fibre
=
vezel / vezels
throughout
=
gedurende
trigger
=
aanleiding
substitute
=
vervanging
crave for
=
sterk verlangen naar / verlangen sterk naar / behoefte hebben aan
keep at bay
=
op afstand houden / houden op afstand
counter
=
toonbank
drowsiness
=
slaperigheid
treatment
=
doktersbehandeling
pharmacist
=
apotheker
significant
=
opvallend / opvallende / belangrijk / belangrijke
what's more
=
bovendien
chilli
=
Spaanse peper
blister
=
blaar
possibly
=
Dat is mogelijk.
food poisoning
=
voedselvergiftiging
bite
=
beet
swollen up
=
opgezwollen / dik geworden
creepy crawlies
=
enge insecten
monkey
=
aap
puffy
=
opgeblazen
turn
=
worden
antidote
=
tegengif