DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H4-NE
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
carnival
=
carnaval
costume
=
pak / klederdracht
lively
=
levendig
colourful
=
kleurrijk
outfit
=
kledingcombinatie / outfit
decorate
=
versieren
studio
=
atelier
feather
=
veer
sewing machine
=
naaimachine
challenge
=
uitdaging
silver
=
zilver
shiny
=
glimmend
glue
=
lijm
count
=
tellen
enter
=
meedoen aan
enthusiastically / enthusiastic
=
enthousiast
studies
=
studie / lesprogramma
art
=
kunst
town
=
kleinere stad / stad
write - wrote - written
=
schrijven - schreef - geschreven
bridge
=
brug
property
=
eigendom
spray paint
=
verf spuiten
marker
=
markeerstift / teken / stift
mark
=
markeren / aangeven
war
=
oorlog
statement
=
verklaring / bewering
fight - fought - fought
=
vechten - vocht - gevochten
oil
=
olie
arrow
=
pijl
lead to
=
leiden tot
grow up - grew up - grown up
=
opgroeien - groeide op - opgegroeid
teach - taught - taught
=
lesgeven aan - gaf les aan - lesgegeven aan / leren aan - leerde aan - geleerd aan
express
=
uiten
broad
=
breed
self-confidence
=
zelfvertrouwen
on stage
=
op het toneel
play
=
toneelstuk
director
=
regisseur
actually / basically
=
eigenlijk / in feite
a bit
=
een klein beetje
actress
=
actrice
TV series / tv series
=
tv-serie / televisieserie
perform
=
optreden / opvoeren
worldwide
=
wereldwijd
New Zealand
=
Nieuw-Zeeland
wish
=
willen / wensen
get in touch with
=
contact opnemen met
shine - shone - shone
=
stralen - straalde - gestraald / schijnen - scheen - geschenen
special effects
=
speciale effecten
carry on
=
doorgaan
interested
=
geïnteresseerd
suppose
=
aannemen / geloven / denken
operate
=
bedienen / bedienen van een apparaat
interesting
=
interessant
example
=
voorbeeld
personal
=
persoonlijk / jouw eigen
favourite
=
favoriete
original
=
origineel
beginning
=
begin / aanvang