Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • job = baan
  • spend = doorbrengen
  • IT room = mediatheek
  • what's up = wat is er
  • vacancy = vacature
  • skills = vaardigheden
  • apply = solliciteren
  • help = helpen
  • on time = op tijd
  • close to = dicht bij
  • office = kantoor
  • fine = prima
  • low = laag
  • salary = salaris
  • invite = uitnodigen
  • a week / per week = per week
  • boss = baas
  • quit = ontslag nemen
  • company = bedrijf
  • ugly = lelijk
  • trousers = broek
  • hat = hoed
  • size = maat
  • cook = kok
  • social = sociaal
  • career = loopbaan / carrière
  • choice = keuze
  • clear = duidelijk
  • male = mannelijk
  • profession = beroep
  • female = vrouwelijk
  • fair = eerlijk
  • treat = behandelen
  • army = leger
  • I don't care = het maakt me niet uit
  • job interview / interview = sollicitatiegesprek
  • apply for = solliciteren naar
  • seem = lijken
  • polite = beleefd
  • appointment / meeting = afspraak
  • glad = blij