Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • serve = serveren
  • starving = sterven van de honger
  • something / anything = iets
  • greasy = vet
  • bacon = bacon
  • delicious = heerlijk
  • as a matter of fact = nu je het zegt
  • laugh at = uitlachen
  • off to = ergens heen gaan
  • down the road = verderop in de straat / verder in de straat
  • fruit juice = vruchtensap
  • skin = huid
  • careful = voorzichtig
  • at lunchtime = tussen de middag
  • at dinnertime = tijdens het avondeten
  • sick = misselijk
  • forever = voor altijd
  • cake = gebakje / cake
  • proper = echt
  • each = per stuk / elke
  • waitress = serveerster
  • salmon = zalm
  • argue = ruzie maken
  • biscuits = koekjes
  • keep a diary = dagboek bijhouden
  • wonder = zich afvragen
  • scrambled eggs = roerei
  • bean = boon
  • peas = doperwten
  • pepper = paprika
  • grape = druif
  • smoked salmon = gerookte zalm
  • cereal = cruesli / cornflakes
  • diet = dieet / eetpatroon
  • pretty good = best wel goed / tamelijk goed
  • varied = gevarieerd
  • tuna = tonijn
  • the thing is = nou / weet je
  • baked beans = witte bonen in tomatensaus
  • sausage = worstje
  • boiled egg = gekookt ei
  • every night = elke avond
  • rubbish = troep / rotzooi
  • lucky = geluk
  • mint = munt
  • what’s it called again = hoe heet dat ook alweer
  • cooling = verkoelend / verfrissend
  • cook = kok
  • vegetarian = vegetariër
  • no problem = geen probleem
  • dish = gerecht
  • tasty = smakelijk