DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Cambridge University Press
THiNK
B2 - Deel 4 - 1e editie
Hoofdstuk 1 - Survival
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
ambitious
=
ambitieus
summit
=
top
risky
=
riskant
glacier
=
gletsjer
to slip
=
uitglijden
awkwardly
=
onhandig
knot
=
knoop
stuck
=
vastzitten / vastgelopen
crevasse
=
gletsjerspleet/rotsspleet
to assume
=
veronderstellen
assistance
=
hulp (van)
thrilled
=
verrukt
extremely
=
uiterst
to climb
=
klimmen
to crawl
=
kruipen
to hop
=
hinkelen
to wander
=
ronddwalen
to stagger
=
wankelen
to tiptoe
=
op je tenen lopen
to leap
=
springen
to swing
=
slingeren
to rush
=
zich haasten
to descend
=
afdalen/naar beneden gaan
awkward
=
ongemakkelijk
guilty
=
schuldig
desperate
=
radeloos/wanhopig
ashamed
=
beschaamd
puzzled
=
verbijsterd/van slag
ultimate
=
laatste
parachuting
=
parachutespringen
trek
=
lange afstand wandeling
paraglider
=
schermvlieger/paraglider
stranded
=
gestrand
remote
=
afgelegen
stunt
=
stunt
to found
=
stichten
to comprise
=
bestaan uit
combination
=
combinatie
fundamentals
=
fundamenten/beginselen
to navigate
=
navigeren
tracking
=
sporen volgen
shelter
=
schuilplaats
practical
=
praktisch
to distinguish
=
onderscheiden
Same here.
=
Hetzelfde.
something or other
=
of zoiets
give me a shout
=
Bel me
You know what?
=
Weet je wat?
Where were we?
=
Waar waren we?/Wat waren we aan het doen?
It's a deal.
=
Akkoord.
right?
=
toch?
right away
=
meteen
too right
=
Zo is dat
right up to
=
tot (aan)
all right / right
=
Oké/OK