Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • take up = beginnen met
  • to take up

    beginnen met

  • carry on = doorgaan met
  • to carry on

    doorgaan met

  • (to) give up / stoppen met = opgeven
  • (to) end up = terechtkomen
  • (to) find out = ontdekken
  • show up = komen opdagen
  • to show up

    komen opdagen

  • (to) set off = vertrekken
  • cold = koud
  • unfriendly = onvriendelijk
  • lively = levendig
  • polite = beleefd
  • selfish = zelfzuchtig
  • rude = onbeschoft
  • warm = warm / hartelijk
  • kind = aardig
  • calm = kalm
  • shy = verlegen
  • generous = vrijgevig / gul
  • thoughtful = bedachtzaam
  • coal miner = mijnwerker (in kolenmijn)
  • professional = professioneel
  • (to) bend = krommen / krullen
  • scholarship = studiebeurs
  • (to) convince = overtuigen
  • stereotype = stereotype
  • guard = bewaker
  • prisoner = gevangene
  • nerd = nerd
  • Got it in one! = Meteen goed!
  • Pack it in. = Ophouden
  • I'm with you on this one. = Ik ben het met je eens.
  • Don't get me wrong. = Begrijp me goed.
  • good point = Goed punt
  • Don't mention it. = Geen dank.
  • after all = ten slotte / per slot van rekening
  • all day = de hele dag
  • once and for all = voor eens en altijd
  • for all I know = voor zover ik weet
  • all we're saying = we zeggen alleen maar
  • all the same = één pot nat
  • (to) make = dwingen
  • (to) let = laten
  • be allowed to = toestemming hebben
  • to be allowed to

    toestemming hebben

  • be used to = gewend zijn aan
  • to be used to

    gewend zijn aan

  • get used to = wennen aan
  • to get used to

    wennen aan