Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • rim = rand (de)
  • Randstad = Randstad (de)
  • in there = erin
  • between that = daartussen
  • such as/ like = zoals
  • in fact = in feite
  • consider = beschouwen
  • whole = geheel (het)
  • middle = midden (het)
  • is expanding = breidt zich uit
  • economic = economische
  • port/ harbour = haven (de)
  • of importance = van belang
  • import = import (de)
  • export = export (de)
  • around = rond
  • industry = industrie (de)
  • oil = olie (de)
  • is produced = geproduceerd
  • airport = luchthaven (de)
  • exported = uitgevoerd
  • favourable = gunstige
  • enterprises/ companies = ondernemingen
  • logical = logisch
  • result/ consequence = gevolg (het)
  • dense = dichte
  • population = bevolking (de)
  • of that = daarvan
  • shortage = gebrek (het)
  • suitable = geschikte
  • garden = tuin (de)
  • reason = reden (de)
  • whereas = terwijl
  • that's why = vandaar
  • practically = praktisch
  • phenomenon = verschijnsel (het)
  • is stuck = zit vast
  • completely = volkomen
  • negative = negatieve
  • amongst other things = onder andere
  • quality = kwaliteit (de)
  • loses = verliest
  • terribly = verschrikkelijk
  • abroad = buitenland (het)
  • Sweden = Zweden
  • tram = tram (de)
  • a thousand = duizend
  • a great many = duizend en één / heel veel
  • different = verschillende
  • recognize = herken
  • stand still = staat ... stil
  • special = bijzondere
  • far = verre