Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • practice = praktijk (de)
  • doctor = dokter (de) / arts (de)
  • moment = ogenblik (het)
  • patience = geduld (het)
  • soon = spoedig
  • possible = mogelijk
  • as possible = zo ... mogelijk
  • is helped = wordt geholpen
  • assistant = assistente (de)
  • help = helpen
  • phone/ ring = bel
  • patient = patient (de)
  • quite = behoorlijk
  • ill = ziek
  • apointment = afspraak (de)
  • feels = voelt
  • (herself) = zich
  • pain = pijn (de)
  • trouble = last
  • stomach/ belly = buik (de)
  • this afternoon = vanmiddag
  • consulting hours = spreekuur (het)
  • manage = lukt
  • think = denkt
  • troublesome = lastig
  • afraid = bang
  • bed = bed (het)
  • outside = naar buiten
  • believe = gelooft
  • serious = ernstig
  • consult/ deliberate = overleg
  • hand = hand (de)
  • the matter = aan de hand
  • complains = klaagt
  • terrible = vreselijke
  • headache = hoofdpijn (de)
  • body = lichaam (het)
  • bad = slecht
  • almost = haast
  • worries = zich zorgen maakt
  • taken = opgenomen
  • fever = koorts (de)
  • face = gezicht (het)
  • this morning = vanmorgen
  • unfortunately = helaas
  • right/ fine = fijn
  • her = haar
  • meanwhile = ondertussen
  • every = ieder
  • case = geval (het)
  • that (on that) = daar … op
  • watch = letten
  • later = straks