DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 9.0 - De brug was open
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
tell
=
vertel
just
=
eens
get off
=
stap uit
walk
=
loop
does it take you
=
doe erover
small hour
=
uurtje (het)
bicycle
=
fiets (de)
ride a bike
=
fietsen
goes
=
gaat
faster
=
sneller
moreover
=
bovendien
space/ place
=
plaats (de)
stand
=
staan
annoying
=
vervelend
well
=
nou
rains
=
regent
rain
=
regen (de)
get
=
word
wet
=
nat
disadvantage
=
nadeel (het)
prefer to take
=
neem liever
(there)
=
er
car
=
auto (de)
somebody
=
iemand
hij (it)
=
ie
bus stop
=
bushalte (de)
me
=
mij
neighbourhood
=
buurt (de)
need to
=
hoef (niet)
wait
=
wachten
traffic jam
=
file (de)
true
=
waar
space
=
ruimte (de)
are
=
bent
radio
=
radio (de)
advantage
=
voordeel (het)
perhaps
=
misschien
busy/ going on
=
bezig
comes
=
komt
enters
=
komt binnen
good morning
=
Goedemorgen
good afternoon
=
goedemiddag
far
=
ver
from here
=
hiervandaan
at most
=
hoogstens
nearby
=
dichtbij
within
=
binnen
this morning
=
vanochtend
broken
=
kapot
had to
=
moest
yesterday
=
gisteren
was
=
was
think
=
meen
bridge
=
brug (de)
open
=
open
takes
=
kost
because of that
=
daardoor
some
=
sommige
bad luck
=
pech