Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • tram = tram
  • goes = gaat
  • that direction = heen
  • neighborhood = buurt
  • can = kunt
  • best = het beste
  • line = lijn
  • take = nemen
  • stops = stopt
  • on = op
  • corner = hoek
  • (tram) stop = halte
  • are standing = staan
  • (are waiting) for = op (wacht -)
  • at the front = vóór
  • get off = stap (- uit)
  • ask = vraagt
  • (to) = aan (vraagt -)
  • conductor = conducteur