- Duits Nederlands
- verkörpern + A = belichamen
- die Schiene = de rails
- begeistern für + A = enthousiasmeren
- Das Projekt möchte für Europa begeistern. = Het project moet mensen enthousiasmeren voor Europa.
- der Initiator = de initiatiefnemer
- die Initiatorin = de initiatiefneemster
- sich Ziele setzen = zich doelen stellen
- die Vision = de visie
- die Mobilität = de mobiliteit
- die Chancengleichheit = gelijke kansen
- die Minderheit = de minderheid
- thematisieren + A = thematiseren
- sich bewerben für + A = solliciteren voor
- Er hat sich für das Projekt beworben. = Hij heeft voor het project gesolliciteerd.
- einbeziehen + A = erbij betrekken
- zusammenfassen + A = samenvatten
- näher bringen + D + A = dichter bij elkaar brengen
- Das Projekt möchte den Jugendlichen Europa näher bringen. = Het projekt moet jongeren in Europa dichter bij elkaar brengen.