DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 1 op A2-niveau
A2 - Deel Horeca - 1e editie
FD4/HOM/MBC/KOK DUI 1 Hoofdstuk 5
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Duits
Nederlands
am Abend / am Nachmittag
=
’s avonds / ’s middags
e 1, - pro Teilnehmer
=
e 1,- per deelnemer
die Anbindung
=
de aansluiting
die Unterhaltung
=
het amusement
die Animation
=
de animatie
die Animationstafel
=
het animatiebord
das Animationsprogramm
=
het animatieprogramma
das Animationsteam / Freizeitgestaltungsteam
=
het animatieteam
der Anrufbeantworter
=
het antwoordapparaat
Federball spielen
=
badmintonnen
der Badeanzug
=
het badpak
das Ballspiel
=
het balspel
eine Barbecueparty / eine Grillparty geben
=
barbecuen
das Geschicklichkeitsspiel
=
het behendigheidsspel
bewundern
=
bewonderen
die Sehenswürdigkeiten
=
de bezienswaardigheden
an der Rezeption / am Empfang
=
bij de receptie
die Bowlingbahn
=
de bowlingbaan
der Clown
=
de clown
cross-radeln
=
crossfietsen
der Zoo / der Tierpark
=
de dierentuin
die Disko
=
de disco
die Zielgruppe
=
de doelgroep
der Eimer
=
de emmer
der Veranstaltungskalender
=
de evenementenagenda
das Exkursionsprogramm / Ausflugsprogramm
=
het excursieprogramma
das Zustellbett
=
het extra bed
der Fax- und Modemanschluβ
=
de fax- en modemaansluiting
radfahren
=
fietsen
gelb, rot, blau, grün,
=
geel, rood, blauw, groen,
braun, orange, violett
=
bruin, oranje, paars
das Gesellschaftsspiel
=
het gezelschapsspelletje
der Gaukler
=
de goochelaar
kostenlos
=
gratis
die Gruselnachtwanderung
=
de griezelnachtwandeling
die Wiedervereinigung
=
de hereniging
die Reichshauptstadt
=
de hoofdstad van het rijk
die Hauptstadt
=
de hoofdstad
die Planwagenfahrt
=
de huifkartocht
im Alter von
=
in de leeftijd van
im Aufenthaltsraum
=
in de recreatieruimte
in verschiedenen Farben
=
in verschillende kleuren
die Einwohner
=
de inwoners
Karten spielen
=
kaarten
Kajak fahren
=
kajakken
Kanu fahren
=
kano-en
der Karaoke Wettkampf
=
de karaoke wedstrijd
modellieren
=
kleien
der Buntstift
=
het kleurpotlood
basteln
=
knutselen
der Löffel
=
de lepel
die Lage
=
de ligging
die live-Tanzmusik
=
de live-dansmuziek
die Reitschule
=
de manege
mitmachen bei / sich beteiligen an
=
meedoen aan
sofort
=
meteen
die Minigolfbahn (-Anlage)
=
de midgetgolfbaan
Minigolf spielen
=
midgetgolfen
die Miniaturstadt
=
de miniatuurstad
die Miss-Wahl
=
de miss-verkiezing
der Denkmalschutz
=
de monumentenzorg
mountainbiken
=
mountainbiken
das Museum
=
het museum
das Naturgebiet
=
het natuurgebied
der Elbufer
=
oever van de Elbe
organisieren / veranstalten
=
organiseren
der Speicher
=
het pakhuis
das Papier
=
het papier
die Parkmöglichkeiten
=
de parkeermogelijkheden
der Parkplatz
=
de parkeerplaats
das Atrium
=
de patio
der Kugelschreiber
=
de pen
der Stellplatz
=
de plaats (in parkeergarage)
die Playback-Show
=
de playbackshow
Pony reiten
=
pony rijden
das (Puppen- )Theater
=
het (poppen-) theater
der Bleistift
=
het potlood
der Freizeitpark
=
de pretpark
das Programmheft
=
het programmaboekje
der Landtag
=
het provinciebestuur
die Hausführung
=
de rondleiding door het hotel
die Stadtfahrt
=
rondrit door de stad
groβzügig
=
royaal
die Schere
=
de schaar
malen
=
schilderen
schminken
=
schminken
Ski laufen (fahren)
=
skiën
schlemmen
=
smullen
die Schnitzeljagd
=
de speurtocht
der Sportplatz / die Sportfelder
=
de sportvelden
der Märchenwald
=
het sprookjesbos
der Bahnhof
=
het station
gleichzeitig
=
tegelijkertijd
zeichnen
=
tekenen
die Eintrittskarte
=
het toegangskaartje
das Turnier
=
het toernooi
Sächsisch
=
uit Saksen
die Möglichkeiten zum Ausgehen
=
de uitgaansmogelijkheden
hervorragend
=
uitstekend
einmalig
=
uniek
umbauen
=
verbouwen
umziehen
=
verhuizen
der Treffpunkt
=
het verzamelpunt
Fußball spielen
=
voetballen
das Fußballspiel
=
het voetbalspel
Volleyball spielen
=
volleyballen
das Volleyballspiel
=
het volleybalspel
das Volleyballturnier
=
het volleybaltoernooi
wandern
=
wandelen
Tretboot fahren
=
waterfietsen
das Wasserspiel
=
het waterspel
der Wellnessbereich
=
het wellnesscentrum, het wellnessgebied
die Wildwasserbahn
=
de wildwaterbaan
segeln
=
zeilen
schwarz, weiß
=
zwart, wit
schwimmen
=
zwemmen