Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Duits Nederlands
  • die Tintenpatrone = de inktcartridge
  • die Reklamation = het bezwaar
  • probieren = een poging doen
  • ständig = doorlopend
  • eindeutig = duidelijk
  • durcheinander bringen = verhaspelen
  • umgehend = per omgaande
  • meinetwegen = voor mijn part
  • umtauschen = ruilen
  • der Kurier = de coerier
  • die Handlung = de actie
  • bzw. beziehungsweise = ofwel
  • Tag der offenen Tür = open dag
  • der Vorrat = de voorraad
  • das Finanzamt = het belastingkantoor
  • benötigte Büroartikel = benodigde kantoorartikelen
  • vorhanden sind = beschikbaar zijn
  • die Messe = de beurs
  • reichhaltig = uitgebreid
  • Diese Modelle haben alle eine zusätzliche Metallverbindung. = Deze modellen hebben allemaal een extra metaalverbinding.
  • Diese Metallverbindung garantiert eine lange Nutzungsdauer. = Deze metaalverbinding garandeert een lange gebruiksperiode.
  • Der Bügel verschwindet fast ganz unter dem Sitz. = De beugel verdwijnt bijna helemaal onder de zitting.
  • Diese zwei Modelle sehen noch schicker aus. = Deze twee modellen zien er nog verfijnder uit.
  • Das bietet eine große Zuverlässigkeit. = Dat biedt grote betrouwbaarheid.
  • Ich stehe nicht so auf Leder. = Ik hou niet zo van leer.
  • Da haben Sie recht. = Daar heeft u gelijk.
  • ineinander übergehen = in elkaar overlopen
  • bedingungslos = onvoorwaardelijk
  • heutige Technik = tegenwoordige techniek
  • solide Konstruktion = stevige constructie
  • mischen = mengen
  • umweltbewusst = milieuvriendelijk
  • blättern = bladeren
  • gepolsterte Stühle = gestoffeerde stoelen
  • Wir sind uns nicht einig. = We zijn nog niet eens met elkaar.
  • der Stil = de stijl
  • es kommt darauf an = het hangt ervan af
  • in aller Ruhe = op hun gemak
  • die Visitenkarte = het visitekaartje