Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Duits Nederlands
  • abfahren = vertrekken
  • auf jeden Fall = in elk geval
  • die Autobahn = de snelweg
  • der Bahnhof = het station
  • die Baustelle = de wegwerkzaamheden, het bouwterrein
  • der Führerschein = het rijbewijs
  • sicher = veilig
  • stattfinden = plaatsvinden
  • der Stau = de file
  • der Zoo = de dierentuin