Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Duits Nederlands
  • die Ausbildung = de opleiding
  • geschickt = handig
  • der Laden = de winkel
  • die Messe = de beurs
  • pflegen = verzorgen
  • unterschiedlich = verschillend
  • ab = vanaf
  • bis = tot
  • jetzt = nu
  • nie = nooit
  • der Streit = de ruzie
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld