Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Duits Nederlands
  • der Abschluss = het einde van een studie/ het einddiploma
  • die Tafel = het (klas)bord / het tablet (chocolade)
  • der Abschnitt = het deel / het hoofdstuk
  • das Diplom = het diploma
  • das Ziel = het doel
  • der Druck = de druk
  • die Geschichte = de geschiedenis / het verhaal
  • der Jugendverein = de jeugdbewegung
  • der Schüler = de leerling (man)
  • die Schülerin = de leerling (vrouw)
  • die Länge = de lengte
  • das Seminar = de les / de workshop
  • die Vorlesung = het hoorcollege
  • das Marketing = de marketing
  • die Mehrheit = de meerderheid
  • die Realschule = TSO
  • die Minderheit = de minderheid
  • die Muttersprache = de moedertaal
  • die Fortbildung = de navorming
  • die Bühne = het podium
  • das Referat = de presentatie / voordracht (door student)
  • das Projekt = het project
  • die Note = het punt (op het rapport)
  • das Zeugnis = het rapport (school)
  • das Ergebnis = het resultaat
  • das Heft = het schrift
  • die Klausur = het schriftelijk examen / de test
  • das Auslandssemester = het semester in het buitenland
  • das Taxi = de taxi
  • der Test = de test
  • das Fach = het vak
  • die Wissenschaft = de wetenschap