DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Aardrijkskunde
De Wereld van
VMBO-KGT - Leerjaar 2 - Editie 2
Hoofdstuk 4.0 - Grondstoffen
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Vraag
Antwoord
aardgas
=
Fossiele brandstof die als gas vrijkomt tijdens het ontstaan van aardolie, bruinkool en steenkool.
aardolie
=
Fossiele brandstof die is ontstaan uit lagen dood plankton.
aardwarmte
=
Energie die wordt opgewekt door de hoge temperaturen vlak onder het aardoppervlak.
biobrandstof
=
Energie uit bomen en planten die speciaal worden aangeplant om brandstof van te maken.
bruinkool
=
Fossiele brandstof die is ontstaan uit veen en minder koolstof bevat dan steenkool.
delfstof
=
Grondstof die uit de aarde wordt gehaald via een mijn of een bron.
duurzame energie
=
Stroom of warmte die opgewekt wordt uit hernieuwbare energiebronnen, zonder daarbij de natuur te belasten.
duurzame ontwikkeling
=
De verandering om minder niet-hernieuwbare en juist meer hernieuwbare hulpbronnen te gebruiken.
ecologische voetafdruk
=
Het getal dat laat zien hoeveel ruimte nodig is om alles wat je in één jaar tijd gebruikt te produceren en te verwerken.
energiebron
=
Uit een energiebron kun je warmte of energie opwekken.
fossiele brandstof
=
Brandstof die is ontstaan uit resten van planten of dieren die miljoenen jaren oud zijn.
grondstof
=
Onbewerkt materiaal dat wordt gebruikt om iets te maken of fabriceren.
hernieuwbare hulpbron
=
Natuurlijke hulpbron die niet op kan raken.
hongersnood
=
Mensen in een hele streek of land hebben honger als gevolg van een langere periode van extreme voedselschaarste.
kernenergie
=
Energie die wordt opgewekt door het splijten van uranium in een kernreactor.
natuurlijke hulpbron
=
Bruikbaar product uit de natuur, zoals water, vruchtbare aarde, hout, mineralen en ertsen uit de aardkorst.
hiet-hernieuwbare hulpbron
=
Natuurlijke hulpbron die kan opraken.
ondervoeding
=
Er is genoeg voedsel om de honger te stillen, maar in het beschikbare voedsel zitten niet alle belangrijke voedingsstoffen.
overvoeding
=
Mensen eten meer voedsel dan ze nodig hebben en worden te zwaar.
steenkool
=
Fossiele brandstof die is ontstaan uit veen en meer koolstof bevat dan bruinkool.
versterkt broeikaseffect
=
Door een teveel aan broeikasgassen wordt er meer warmte van de aarde vastgehouden in de atmosfeer.
voedselschaarste
=
Er is te weinig voedsel beschikbaar om de honger te stillen.
waterkracht
=
Energie die wordt opgewekt uit stromend water.
windenergie
=
Energie die wordt opgewekt met windturbines.
zonne-energie
=
Energie die wordt opgewekt met zonnestraling, bijvoorbeeld met zonnepanelen.