Spaans : Nederlands América Latina = Latijns-Amerika el Caribe = de Caraïben el Amazonas = de Amazone (rivier) / het Amazonegebied la montaña = de berg el río = de rivier el habitante = de inwoner seguro = zeker el tiempo = het weer el calor = de warmte el frío = de koude el viento = de wind el buen tiempo = het goede weer el mal tiempo = het slechte weer nevar = sneeuwen la situación = de situatie / de ligging al norte = in het noorden al sur = in het zuiden al este = in het oosten al oeste = in het westen América Central / Centroamérica = Midden-Amerika el producto = het product el café = de koffie el azúcar = de suiker el oro = het goud europeo = Europees el clima = het klimaat seco = droog húmedo = vochtig la temperatura = de temperatuur todo el año = het hele jaar el volcán = de vulkaan la población = het dorp / de bevolking ¡Qué frío! = Wat koud! la nieve = de sneeuw varios = verscheidene la región = het gebied