Duits : Nederlands
am Abend / am Nachmittag = ’s avonds / ’s middags
e 1, - pro Teilnehmer = e 1,- per deelnemer
die Unterhaltung = het amusement
die Animation = de animatie
die Animationstafel = het animatiebord
das Animationsprogramm = het animatieprogramma
das Animationsteam / Freizeitgestaltungsteam = het animatieteam
Federball spielen = badmintonnen
der Badeanzug = het badpak
das Ballspiel = het balspel
eine Barbecueparty / eine Grillparty geben = barbecuen
das Geschicklichkeitsspiel = het behendigheidsspel
bewundern = bewonderen
die Sehenswürdigkeiten = de bezienswaardigheden
an der Rezeption / am Empfang = bij de receptie
die Bowlingbahn = de bowlingbaan
der Clown = de clown
Cross-radeln = crossfietsen
die Stadtfahrt = de rondrit met bus door de stad
der Zoo / der Tierpark = de dierentuin
die Disko = de disco
die Zielgruppe = de doelgroep
der Eimer = de emmer
der Veranstaltungskalender = de evenementenagenda
das Exkursionsprogramm / Ausflugsprogramm = het excursieprogramma
Radfahren = fietsen
gelb, rot, blau, grün, braun = geel, rood, blauw, groen, bruin
orange, violett = oranje, paars
das Gesellschaftsspiel = het gezelschapsspelletje
der Gaukler = de goochelaar
die Gruselnachtwanderung = de griezelnachtwandeling
die Wiedervereinigung = de hereniging
die Reichshauptstadt = de hoofdstad van het rijk
die Hauptstadt = de hoofdstad
die Planwagenfahrt = de huifkartocht
im Alter von = in de leeftijd van
im Aufenthaltsraum = in de recreatieruimte
in verschiedenen Farben = in verschillende kleuren
die Einwohner = de inwoners
Karten spielen = kaarten
Kajak fahren = kajakken
Kanu fahren = kano-en
der Karaoke Wettkampf = de karaoke wedstrijd
modellieren = kleien
der Buntstift = het kleurpotlood
basteln = knutselen
der Löffel = de lepel
die live-Tanzmusik = de live-dansmuziek
die Reitschule = de manege
mitmachen bei / sich beteiligen an = meedoen aan
sofort = meteen
die Minigolfbahn (-Anlage) = de midgetgolfbaan
Minigolf spielen = midgetgolfen
die Miniaturstadt = de miniatuurstad
die Miss-Wahl = de miss-verkiezing
mountainbiken = mountainbiken
das Museum = het museum
das Naturgebiet = het natuurgebied
organisieren / veranstalten = organiseren
das Papier = het papier
die Parkmöglichkeiten = de parkeermogelijkheden
der Parkplatz = de parkeerplaats
der Kugelschreiber = de pen
die Playback-Show = de playbackshow
Pony reiten = pony rijden
das (Puppen- )Theater = het (poppen-) theater
der Bleistift = het potlood
der Freizeitpark = de pretpark
das Programmheft = het programmaboekje
die Schere = de schaar
malen = schilderen
schminken = schminken
Ski laufen (fahren) = skiën
die Schnitzeljagd = de speurtocht
der Sportplatz / die Sportfelder = de sportvelden
der Märchenwald = het sprookjesbos
zeichnen = tekenen
die Eintrittskarte = het toegangskaartje
das Turnier = het toernooi
die Möglichkeiten zum Ausgehen = de uitgaansmogelijkheden
umziehen = verhuizen
der Treffpunkt = het verzamelpunt
Fußball spielen = voetballen
das Fußballspiel = het voetbalspel
Volleyball spielen = volleyballen
das Volleyballspiel = het volleybalspel
das Volleyballturnier = het volleybaltoernooi
wandern / schwimmen = wandelen / zwemmen
Tretboot fahren = waterfietsen
das Wasserspiel = het waterspel
die Wildwasserbahn = de wildwaterbaan
segeln = zeilen
schwarz, weiß = zwart, wit