Duits : Nederlands
arbeiten = werken
sich bewerben = solliciteren
die Anforderung = de eis
die Schicht = de ploeg
verantwortlich = verantwoordelijk
der Nebenjob = het bijbaantje
der Feierabend = vrije tijd na het werk
kündigen = ontslag nemen
der Lohn = het loon
die Arbeitszeiten = de werktijden
der Mindestlohn = het minimumloon
die Sozialabgaben = de sociale lasten