Duits : Nederlands
beraten = adviseren
die Beschwerde = de klacht
die Daten = de gegevens
ehrenamtlich = vrijwillig
die Einzelheit = het detail
einzigartig = uniek
empfangen = ontvangen
das Medikament = het medicijn
krank = ziek
die Lösung = de oplossing
die Praxis = de praktijk
prüfen = controleren
schmerzen = pijn doen
spenden = doneren
das Stichwort = het trefwoord