Frans : Nederlands se rendre compte = beseffen sous peu = binnenkort arriver à = erin slagen om hier = gisteren le bouquin = het boek la coïncidence = het toeval gêner = hinderen prendre un pot = iets drinken à l’époque = indertijd papoter = kletsen au bout d’un petit moment = na een kort ogenblik après tant d’années = na zoveel jaren depuis quinze ans = sinds vijftien jaar draguer = versieren il y a quinze ans = vijftien jaar geleden autrefois = vroeger plonger dans = wegduiken in se souvenir = zich herinneren vérifier = controleren alors = dan la réflexion = de gedachte le personnage principal = de hoofdpersoon la comédie = de komedie la mise en scène = de regie le réalisateur = de regisseur le film à suspense = de thriller la randonnée = de wandeling cependant = echter un ancien ami = een oude vriend une abondance = een overvloed être censé de = geacht worden om contrairement à = in tegenstelling tot en effet = inderdaad annuel = jaarlijks peu de temps après = korte tijd later bref = kortom être drôle = leuk zijn éviter = liever niet doen être obligé de fuir = moeten vluchten surjouer = over-acteren se lasser de = snel genoeg krijgen van finalement = uiteindelijk à partir de là = vanaf dat moment se transformer = veranderen à mon avis = volgens mij avant tout = vooral résister à = weerstaan se traîner = zich voortslepen