Frans : Nederlands l'orientation = de oriëntatie / de loopbaankeuze en attendant = intussen asseyez-vous = gaat u zitten un concours = een vergelijkend toelatingsexamen l'école des Beaux-Arts = de kunstacademie une heure de colle = een uur nablijven une intention = een bedoeling une école de langues = een taleninstituut un questionnaire = een vragenlijst un entretien = een gesprek / een onderhoud à chacun son choix = ieder zijn keus le Salon de l'Éducation = de onderwijsbeurs se renseigner = inlichtingen inwinnen un interprète = een tolk l'étranger = het buitenland / de buitenlander apprécier = waarderen le témoignage = de getuigenis / de verklaring le sauveteur = de redder un déclic = een klik le rêve = de droom le métier = het beroep la lumière = het licht un hommage = een eerbewijs un bateau = een boot un serviteur = een bediende l'espace = de ruimte abandonner = verlaten / laten vallen le traducteur = de vertaler l'interprète = de tolk plaire = aanstaan / bevallen la vente = de verkoop le fromage fermier = de boerenkaas pleurer = huilen gagner sa vie = zijn brood verdienen