elle amène j'emmène apporter
emporter poser le vol
la boîte la voie la classe
le signe l'impression (F) le trou
le secours dommage parmi
en arrière bravo zut!
merveilleux certain
brengen (dingen) ik neem mee zij brengt
vlucht / diefstal leggen-stellen meenemen (dingen)
de klas de weg / het spoor de doos / de disco
het gat de indruk het teken
tussen / te midden van jammer de hulp
shit! bravo achteruit
bepaalde / zeker geweldig