Frans : Nederlands Je suis en train de … = Ik ben bezig te … j'espère = ik hoop le côté = de kant le début = het begin la suite = het vervolg la fin = het einde le chéri = de lieverd la chérie = de lieverd l'habitude (F) = de gewoonte le compte = het account le train = de trein le genre = het soort aucun = geen enkele loin = ver près = dichtbij premier-première = eerste dernier / dernière = laatste / vorige gros-grosse = dik jeune = jong fort = sterk