la femme de ménage le narrateur la narratrice
nerveusement sale éprouver
la honte laisser aller la contingence
il m'apparaît stupide grotesque
s'apercevoir de l'éponge frotter
le fond le calcaire la crasse
se lasser le Légo baisser
l'abattant le doudou la cuvette
l'hostilité s'agripper se hausser
de vertelster de verteller de werkster
voelen / ervaren vies / vuil zenuwachtig / nerveus
de bijkomstigheid verwaarlozen de schaamte
grotesk / belachelijk dom het is me duidelijk
boenen / wrijven / poetsen de spons iets bemerken
het vuil / de viezigheid de kalk de bodem
neerlaten de Lego genoeg krijgen / van iets genoeg krijgen
de closetpot de knuffel de wc-deksel
zich verheffen / gaan staan zich vastgrijpen / zich aan iets vastgrijpen de vijandige houding
la pointe des pieds mouillé mouillée
hors de portée énergiquement méthodiquement
taché tachée l'éclat
le dentifrice s'approcher la glace
se laver les dents la dent ménager
ménagère en priorité
nat nat de tenen / de punten van de tenen
systematisch energiek / voortvarend buiten bereik
de spetter gevlekt gevlekt
de spiegel naderen / dichterbij komen de tandpasta
huishoud- / huishoudelijk de tand tanden poetsen
eerst / als eerste huishoud- / huishoudelijk