Frans : Nederlands
à la radio = op de radio
le tourisme = het toerisme
caractériser = kenmerken
le parisien = de Parijzenaar
la parisienne = de Parisiennne
les Champs-Elysées = bekende boulevard in Parijs
il y a = er is / zijn
l'église = de kerk
impressionnant = indrukwekkend
impressionnante = indrukwekkend
petit = klein
petite = klein
la rue = de straat
le quartier = de wijk
typique = karakteristiek
romantique = romantisch
professionnel = professioneel
professionnelle = professioneel
le concept = het concept
Parisien d'un jour = Parijzenaar voor één dag
l'organisation = de organisatie
proposer = voorstellen / aanbieden
gratuit = gratis
gratuite = gratis
l'heure = het uur
voici = hier is
le bénévole = de vrijwilliger
la bénévole = de vrijwilligste
vrai = echt
vraie = echt
depuis = sinds
pourquoi = waarom
superbe = schitterend / fantastisch
la concurrence = de concurrentie
pas du tout = helemaal niet
le catalogue = de catalogus
montrer = tonen / laten zien
grand = groot
grande = groot
comme = net als
Montmartre = wijk in Parijs
mon = mijn
sympa (= sympathique) = leuk / aardig
joli = leuk
jolie = leuk
tranquille = rustig
aussi = ook
l'endroit = de plaats / de plek
moche = lelijk
discuter = praten / discussiëren
l'habitant = de inwoner
l'habitante = de inwoner
à la fin = aan het einde
la fin = het einde
répondez = geef antwoord
parce que = omdat