Frans : Nederlands avoir les cheveux [frisés] = [gekruld] haar hebben avoir les cheveux [raides] = [steil] haar hebben avoir les cheveux [blonds] = [blond] haar hebben avoir les cheveux [bruns] = [bruin] haar hebben avoir les cheveux [noirs] = [zwart] haar hebben avoir les yeux verts = groene ogen hebben avoir les yeux bleus = blauwe ogen hebben avoir les yeux marron = bruine ogen hebben avoir la peau blanche = een lichte huid hebben avoir la peau noire = een donkere huid hebben avoir la peau mate = een getinte huid hebben