Frans : Nederlands récemment = onlangs se plaindre = zich beklagen suivant = volgende / volgend la connerie = de onzin rejoindre quelqu’un = bij iemand komen rassurez-vous = wees gerust le micro-ondes = de magnetron déranger = storen sincère = eerlijk / oprecht aimable = vriendelijk l’avis = de mening avoir honte = zich schamen célibataire = vrijgezel en avoir marre de = genoeg hebben van dire bonjour à quelqu’un = iemand gedag zeggen faire la bise à quelqu’un = iemand een kus geven saluer quelqu’un = iemand begroeten embrasser quelqu’un = iemand zoenen se serrer la main = elkaar de hand schudden faire signe = zwaaien / een seintje geven