le gendarme le secouriste le dépanneur
l’hôpital le numéro d’urgence le pompier
disparaître en cuir noir les affaires
épeler robuste rater
juste le pickpocket la déclaration de vol
la fermeture éclair ne pas faire attention à l’antivol
la profession couper déclarer
décrire abandonner la disparition
s’adresser à carré crier
de monteur de EHBO’er de politieagent
de brandweerman het alarmnummer ziekenhuis
de spullen van zwart leer verdwijnen
missen stevig spellen
de aangifte van diefstal de zakkenroller slechts
het fietsslot niet letten op de rits
aangeven snijden het beroep
de verdwijning verlaten beschrijven
schreeuwen vierkant zich wenden tot
s’approcher avoir les cheveux roux et courts pousser
le billet de train le code personnel être sûr
porter plainte la carte bancaire arrêter quelqu’un
le policier l’agresseur retirer de l’argent
duwen rood en kort haar hebben dichterbij komen
zeker zijn de pincode het treinkaartje
iemand aanhouden de bankpas een aanklacht indienen
pinnen de aanvaller de politieman