noble rougir s'imposer
un époux une épouse refléter
la chasse parer devancer
à la portée de élever conduire à
un ouvrage privilégier le cou
laid réclamer dénoncer
exécuter malhonnête honnête
le préjugé un être toutefois
une haleine apparaître sourd
zich opleggen blozen edel
weerspiegelen een echtgenote een echtgenoot
voor zijn versieren / verfraaien de jacht
leiden tot opvoeden binnen bereik
de nek / de hals bevoorrechten een werk
aan de kaak stellen eisen lelijk
eerlijk oneerlijk uitvoeren
toch / echter een wezen het vooroordeel
doof verschijnen de adem
faire semblant de
doen alsof