Frans : Nederlands le stationnement = het parkeren le montant = het bedrag ralentir = snelheid minderen usé = versleten visible = zichtbaar le volant = het stuur maîtriser = beheersen emprunter = hier: nemen la chaussée = de rijweg au-dessus de = boven civil = burgerlijk dû à = te wijten aan le dépliant = de folder le code de la route = de verkeersregels soutenir = ondersteunen / steunen la trottinette = de step la prévention routière = de bevordering van de verkeersveiligheid éditer = uitgeven le don = de gift freiner = remmen efficacement = doeltreffend la roue = het wiel acquérir = verkrijgen / je eigen maken adopter = aannemen le piéton = de voetganger