Frans : Nederlands le défi = de uitdaging implacable = meedogenloos la connaissance = de kennis arbitrer = beoordelen / beslissen sans doute = waarschijnlijk piquant = scherp le jugement = het oordeel départager = de doorslag geven viser à = ten doel hebben âgé de = ... jaar oud décerner = toekennen gastronomique = gastronomisch bénéficier = profiteren l'inventivité = de vindingrijkheid incarner = belichamen perçu = waargenomen, gezien / waargenomen / gezien le combat = het gevecht / de strijd copieux, copieuse = overvloedig exigeant = veeleisend sillonner = doorkruisen