Frans : Nederlands le repère = het herkenningsteken digne = passend bij, waardig le grain = de korrel associer = samenvoegen le tuyau = de buis, de slang le baril = het vat un hexagone = een zeshoek dégager = vrijmaken / vrijkomen le bonhomme = het ventje la pépite = het goudklompje le fuel = de dieselolie / de stookolie ultime = allerlaatste / laatste la séance = de voorstelling le tube = de buis / de pijp un horloge = een klok la radiation = de straling braver = trotseren d'affilée = onafgebroken la station-service = het benzinestation à terme = op termijn une usine = een fabriek rajouter = toevoegen une allée = een laan le pari = de inzet / de weddenschap la fréquentation = het omgaan met étourdi = verstrooid / onnadenkend