Frans : Nederlands un atelier = een workshop notamment = met name une gamme = een scala défendu = verboden obligé = verplicht une approche = een benadering raccourcir = inkorten la loi = de wet pratiquer = beoefenen assurer = verzorgen, verzekeren / verzorgen / verzekeren la multitude = het grote aantal un esprit = een geest le sens = het zintuig permettre = in staat stellen établir = opstellen, vaststellen / opstellen / vaststellen la considération = de waardering conçu = ontwikkeld concevoir = ontwikkelen un approfondissement = een verdieping en aucun cas = in geen geval le participant = de deelnemer