Frans : Nederlands
le tremblement de terre = de aardbeving
enterrer = begraven, bedelven / begraven / bedelven
s'éclairer = duidelijk worden
vraisemblablement = waarschijnlijk
le courant = de stroom
falsifier = vervalsen
le frisson = de rilling
enceinte = zwanger
la régression = de teruggang
prendre du recul = afstand nemen
le câlin = de knuffel
porter secours à = hulp verlenen aan
accoucher = bevallen
le sida = aids
tenir à = hechten aan
à roulettes = op wieltjes
les décombres = het puin
la mesure = de meting
mesurer = meten
primordial = uiterst belangrijk
une impatience = ongeduld
la montre = het horloge
repérer = lokaliseren
le capteur = de sensor
la guerre civile = de burgeroorlog
donner un coup de main = een handje helpen