insoluble le pompier fluide
la laine la culotte raide
compter un étandard la fibre
détourné la pudeur la tournure
écarté la combinaison de travail s’envoler
se mettre à le chapeau la galanterie
une apparition raccourcir la guerre
être lié à le talon le caoutchouc
avoir l’air le citadin
soepel de brandweerman onoplosbaar
stijf / stug / stijf, stug het onderbroekje / het broekje de wol
de vezel een vaandel tellen
de wending het schaamtegevoel verdraaid
wegvliegen de overall afgezonderd
de hoffelijkheid de hoed beginnen met
de oorlog korter worden een verschijning
het rubber de hak verbonden zijn met
de stedeling eruitzien, lijken / eruitzien / lijken