Frans : Nederlands
municipal = gemeente-, gemeentelijk / gemeente / gemeentelijk
capturer = vangen
le sanglier = het wilde zwijn
se promener = wandelen
une heure de pointe = een spitsuur
terrorisé = doodsbang
se jeter = zich werpen
réussir = slagen
tirer = trekken
abattre = afmaken, doden / afmaken / doden
la décision = het besluit
causer = veroorzaken
les dégâts = de schade
le fusil = het geweer
endormir = in slaap brengen
la distance = de afstand
fournir = leveren
ramener = brengen
les soins = de zorg
une espèce = een soort
héberger = herbergen
la chouette = de (kleine) uil / de kleine uil / de uil
le hibou = de (grote) uil / de grote uil / de uil
échapper = ontsnappen
le propriétaire = de eigenaar
réintroduire = terugbrengen
dès que = zodra