Frans : Nederlands se mêler = zich mengen exceptionnel, exceptionnelle / exceptionnel / exceptionnelle = uitzonderlijk précédent, précédente / précédent / précédente = voorafgaand partager = delen s’associer = zich verbinden un auditeur = een luisteraar une imprudence = een onvoorzichtigheid un espoir = een hoop le plaisir = het plezier une impatience = een ongeduld une enthousiasme = een enthousiasme la déception = de teleurstelling une inquiétude = een ongerustheid la curiosité = de nieuwsgierigheid le soulagement = de opluchting une indifférence = een onverschilligheid