bezig zijn, actief zijn
|
van tevoren
|
het gebergte, de bergen / het gebergte / de bergen
|
buiten de piste
|
de vakantieganger
|
bezig zijn / actief zijn
|
zeldzaam
|
een lawine
|
te hulp komen
|
1 naar beneden gaan 2 naar beneden brengen / naar beneden gaan, naar beneden brengen / naar beneden gaan / naar beneden brengen
|
(weer) omhoogbrengen / weer omhoogbrengen / omhoogbrengen
|
de sneeuw
|
veranderen
|
de mist
|
de moeilijkheid
|
de zonsopgang
|
glad
|
de hobbel, de bult / de hobbel / de bult
|
wennen aan
|
een hoogte
|
de vos
|
peilen, onderzoeken / peilen / onderzoeken
|
de skilift
|
een omgeving
|