Frans : Nederlands à travers = dwars door dévoiler = onthullen immense = enorm adapter = aanpassen, bewerken / aanpassen / bewerken de longue date = allang bestaand obtenir = krijgen les vestiges = de resten, de overblijfselen / de resten / de overblijfselen en cachette = stiekem, in het verborgene / stiekem / in het verborgene se contenter de = zich tevreden stellen met le manuel = het handboek, het leerboek / het handboek / het leerboek dévorer = verslinden pénétrer = doordringen